De resultaten van de deelnemers worden, per parameter, in een zogenaamde Youden grafiek gezet. De punten in de grafiek zijn de uitslagen van de individuele deelnemers. De x-coordinaat wordt gevormd door de uitslag van monster 1 en de y-coordinaat door die van monster 2. Alle deelnemers zijn anoniem met uitzondering van de deelnemer waarnaar de uitslag verstuurd wordt. De eigen uitslag is aangegeven met een blauw vierkantje, in dit voorbeeld het uitslagenpaar 212/447.
Het binnenste, blauwe kader omsluit het gebied waarbinnen de uitslagen minder dan eenmaal de standaarddeviatie (1SD) verwijderd zijn van het gemiddelde. Deze deelnemers krijgen de beoordeling uitstekend. Het kader daar buiten omsluit op dezelfde wijze het gebied van het gemiddelde plus of min 2SD. Uitslagen die tussen de 1SD en 2SD afwijken van het gemiddelde krijgen de beoordeling goed.
In dit voorbeeld zullen 3 deelnemers (rode pijlen) de beoordeling matig, en ook 3 (zwarte pijlen) de beoordeling slecht krijgen. Voor de met een rood vierkantje gemarkeerde deelnemer rechtsboven in de grafiek geldt dat de afwijking van het gemiddelde zo groot is dat van een uitbijter gesproken moet worden. Uitslagen met een dergelijke afwijking hebben onevenredig veel invloed hebben op het gemiddelde en de standaardafwijking. Ze worden om die reden niet meegenomen in de berekeningen. De rode kleur van het vierkantje geeft aan dat het om een uitbijter gaat. Uiteraard zal ook deze uitslag als slecht beoordeeld worden.
De Youden grafiek
Beoordelingscriteria