De afgelopen jaren is het aantal dierenartsenpraktijken met een eigen laboratorium belangrijk gestegen. Waar vroeger bloedonderzoeken vrijwel uitsluitend gedaan werden door externe laboratoria zijn de meeste dierenartsen momenteel uitgerust om een deel van die onderzoeken in eigen huis uit te voeren. Een belangrijke reden voor de groei van het aantal laboratoria in dierenartsenpraktijken is het beschikbaar komen van laboratoriumapparatuur die betaalbaar is en bediend kan worden door medewerkers zonder laboratoriumopleiding. Ondanks het feit dat deze analysers over het algemeen van goede kwaliteit zijn is een betrouwbare uitslag niet vanzelfsprekend. Tijdens de diverse fasen van het bloedonderzoek kunnen fouten gemaakt worden waardoor de uitslag onbetrouwbaar wordt.
Waarom kwaliteitsbewaking?
Volgens ISO 8402 is kwaliteit 'Het geheel van eigenschappen en kenmerken van een product of dienst dat van belang is voor het voldoen aan vastgestelde of vanzelfsprekende behoeften'. Voor (veterinair) medische laboratoria betekent dit dat accurate, precieze en relevante uitslagen geproduceerd dienen te worden. Om de kwaliteit van de onderzoeken te bewaken en te kunnen garanderen naar de klanten, dienen medische laboratoria deel te nemen aan een kwaliteitsbewakings-programma.
Het is een misverstand dat de bewaking uitsluitend de werking van de gebruikte apparatuur betreft. Laboratoriumonderzoek is een proces dat begint bij de monstername en eindigt bij de rapportage van de uitslagen. In elke fase van dit proces kunnen fouten gemaakt worden met gevolgen voor de uitslag. Apparatuur en verbruiksmaterialen spelen hierbij een rol, maar ook menselijke fouten blijken regelmatig de oorzaak te zijn van afwijkende resultaten.
Externe kwaliteitsbewaking
Externe kwaliteitsbewaking is een objectieve analyse door een instantie buiten het laboratorium, van de uitslagen van een groep laboratoria die gebruik maken van eenzelfde systeem. Er wordt in dit verband ook wel gesproken over de 'Interlab controle'.
Wanneer een monster door diverse laboratoria met hetzelfde apparaat geanalyseerd wordt, dienen de resultaten binnen de betrouwbaarheidsgrenzen van de methode te liggen. Het principe is dat elk laboratorium dat meedoet met de Interlab controle twee zogenaamde rondzendmonsters toegestuurd krijgt met onbekende concentraties. Het ene monster bevat hoge concentraties van de te controleren parameters en in het andere monster zijn lage concentraties aanwezig. Het personeel dat gewoonlijk de patiƫnten monsters test moet de externe controle-oplossing testen op dezelfde manier als in geval van een monster van een patiƫnt. De resultaten worden na statistische analyse gerapporteerd naar de deelnemer.
Deze methode van kwaliteitsbewaking is ook voor kleine (veterinaire) laboratoria praktisch goed uitvoerbaar en bovendien betaalbaar. Een beperking is dat het aantal deelnemers per systeem en per parameter groot genoeg dient te zijn om op basis van statistiek vast te kunnen stellen wat aanvaardbaar is en wat als onaanvaardbaar beschouwd dient te worden. Een groep dient uit minstens 5 deelnemers te bestaan, wat voor de meeste apparaten in dierenartsenpraktijken geen probleem zal zijn. QCvetlab organiseert rondzendingen voor diverse, bij dierenartsen in gebruik zijnde, systemen.
Literatuur:
ASVCP guidelines: quality assurance for point of care testing in veterinary medicine