Welke diersoort moet ik op het apparaat instellen?
Omdat de bloedcellen van verschillende diersoorten verschillende eigenschappen hebben, hebben hematologie-analysers verschillende programma's voor de diverse diersoorten. Het is dus van belang dat de juiste diersoort ingesteld wordt. Van welke diersoort de controlemonsters afkomstig zijn is aangegeven op het monster.
Voor chemisch onderzoek dient altijd als diersoort "hond" ingevoerd te worden.
Waarom moeten de bepalingen op de analysedag gedaan worden en niet direct na ontvangst?
QCvetlab heeft de monsters zodanig geprepareerd dat de parameters minstens enkele dagen stabiel blijven, mits koel bewaard. Toch valt enige verandering in de loop van de tijd niet geheel uit te sluiten. Door de deelnemers de analyses op dezelfde dag uit te laten voeren zal deze verandering voor alle deelnemers gelijk zijn, en dus geen invloed hebben op de conclusies.
Wat is de reden van de 'reservedag' op woensdag?
Ondanks de inspanningen van zowel QCvetlab als PostNL is het niet geheel uit te sluiten dat er iets mis gaat bij het verpakken en het transport van de monsters. Mocht dat het geval zijn dan kan de reservedag op woensdag gebruikt worden om alsnog de juiste monsters bij de deelnemer te krijgen. Controleer daarom direct na ontvangst op dinsdag of de juiste monsters zijn ontvangen en geef het direct door aan QCvetlab als er iets niet goed is gegaan.
Welke parameters moet ik bepalen?
Dat hangt er vanaf welke parameters u bij patiënten bepaalt. In principe dienen alle parameters die in de praktijk gebruikt worden aan de kwaliteitscontrole onderworpen te worden.
Er worden slechts 8 hematologie parameters betrokken in de kwaliteitscontrole. Waarom niet alle?
Alleen de zogenaamde gemeten parameters worden betrokken in de kwaliteitscontrole. De rest wordt berekend uit de gemeten parameters en hoeft daarom niet afzonderlijk gecontroleerd te worden.
QCvetlab maakt een uitzondering voor de hematocriet. Ht is een berekende parameter (MCV x RBC/1000) maar wordt toch meegenomen in de kwaliteitscontrole. De reden hiervan is dat de Ht een erg belangrijke en veel gebruikte parameter is, en het op deze manier direct duidelijk is wat de invloed va een afwijkende MCV of RBC is op de hematocriet.
Kan ik een parameter meerdere keren bepalen, bijvoorbeeld met een single strip en met een multi-panel?
Zeker. Het is zelfs verstandig om, wanneer bijvoorbeeld zowel gebruik gemaakt wordt van single strips als van multi-panels (Spotchem), met beide de bepalingen uit te voeren. Gebruik voor de diverse panels of rotoren wel verschillende uitslagformulieren, en geef in het veld <kenmerk> aan met welke strip of rotor de bepalingen gedaan zijn.
In wat voor eenheden moet ik de uitslagen doorgeven?
In Nederland is de afspraak dat gebruik gemaakt wordt van SI-eenheden en de uitslagen dienen opgegeven te worden in SI-eenheden. Op het uitslagformulier staat voor iedere parameter vermeld wat de eenheid voor de bepaling is. Veruit de meeste analysers geven de uitslagen in SI-eenheden weer. Als uw analyser een andere eenheid gebruikt dan dient omrekening plaats te vinden. De leverancier van uw apparaat kan hierbij behulpzaam zijn. Het is overigens het handigst om uw leverancier te vragen het apparaat zodanig in te stellen dat de uitslagen in SI-eenheden uit uw analyser komen. U hoeft dan niets meer om te rekenen. Voor hulp kunt u ons altijd bellen.
Wat moet ik doen wanneer ik er achter kom dat ik een of meer uitslagen niet correct heb ingevuld op het inzendformulier?
U dient dan een nieuw formulier in te sturen met de gecorrigeerde uitslagen. Geef in dat geval bij <uw kenmerk> aan dat het om een correctie gaat.
Hoe komt het dat in sommige grafieken het aantal punten kleiner is dan het aantal deelnemers?
Dit wordt veroorzaakt door het feit dat twee of meer deelnemers exact hetzelfde uitslagenpaar hebben. De punten liggen in dat geval dus dus over elkaar heen.
Wat moet ik doen wanneer één of meer parameters de kwalificatie "matig" of "slecht" gekregen hebben?
De oorzaak kan gelegen zijn in uw apparaat of in de gebruikte verbruiksmaterialen, maar ook gebruikersfouten blijken regelmatig de oorzaak te zijn van matige of slechte uitslagen. U kunt de hulp inroepen van QCvetlab, maar ook de leverancier van uw apparatuur heeft in het algemeen voldoende deskundigheid in huis om samen met u de oorzaak op te sporen.
Wat is de werkelijke waarde van de bepaling?
Dat is een vraag die vaak gesteld wordt. Begrijpelijk, maar het antwoord is niet eenvoudig te geven. Het hangt er namelijk vanaf aan wie je het vraagt. Laboratoriumbepalingen zijn methode afhankelijk, wat betekent dat de gebruikte methode van invloed is op de uitslag. Een bepaling op een Spotchem hoeft niet dezelfde uitslag te geven als dezelfde bepaling uitgevoerd bij bijvoorbeeld Vetmed of op een Vetscan of Catalyst. Vergelijken van de uitslag met een extern laboratorium heeft om die reden weinig zin.
Vraag blijft: wat is de werkelijke waarde? In de externe kwaliteitsbewaking wordt als werkelijke waarde genomen het gemiddelde van alle deelnemers die gebruik maken van hetzelfde systeem, nadat de uitbijters verwijderd zijn. Dit wordt de consensuswaarde genoemd. Het is de waarde waar, binnen de methode, de meeste overeenkomst over is.